Openingstoespraak door
Hannemieke Stamperius
Welkom namens ons vijven bij de opening van de expostie Image in de MLB-galerie van 1 april tot 23 april 2022.
Ik zal ter introductie één ding zeggen over het werk van elk van ons: verdere informatie, behalve bij de ingang, kunt u vinden op de sites van DOAH en de MLB-galerie – en op de sites van ieder van ons.
Ik moet beginnen bij buurman Willem Ibo, die toen hij vorige week het resultaat van onze zojuist voltooide opbouw zag, uitriep: “Maar jullie zijn ècht onafhankelijk!” (‘Ja, al meer dan 100 jaar”, zei ik.) Het klopt, niets hier lijkt op het werk van een ander, maar behalve onze onafhankelijkheid verbindt ons ook het woord Image – beeld, afbeelding, beeltenis, uitbeelding, abstractie, oerbeeld: stuk voor stuk op werk van ons van toepassing.
Een gast schreef in het gastenboek, dat de expositie zo kleurrijk was, en bij ‘kleur’ denk ik meteen aan Elsje Elysée Stroetinga die haar kleuren zelf maakt, wat verklaart dat ze zo diep zijn dat je er in gezogen wordt, en dan terecht komt binnen de contouren van een huis, en dus veilig. Tweemaal is dat huis zwart op zwart en dan glanst het zwart binnen warmer dan buiten. Je zou kunnen zeggen dat Elsje een eigen huis geeft aan haar eigen, pure kleuren.
En sprekend over een eigen huis, het is Rob van Tour gelukt om hier in het zijkamertje een eigen huisje te vinden voor zijn tekeningen van de planten uit de serie Ruigoord, onkruid in de berm. Wat moet die man een geduld hebben! Eén plant hangt er tweemaal, en je moet echt ‘zoek de verschillen’ spelen om ze te onderscheiden. Mij trof hoe de bladeren en bloemen wit zich ontworstelen aan het zwart, wat mij onontkoombaar doet denken aan de Asfodel, de enige en grijswitte bloem die in de oudgriekse Onderwereld kon bloeien.
Ikzelf, Hannemieke Stamperius, laat hier pijnabstracten zien. We weten allemaal wat pijn is, en welke emoties er aan te pas komen: afweer, afkeer, een hekel aan het lichaam dat zich tegen ons keert of ons in de steek laat, een dit niet willen voelen, een NEE!, angst voor onze kwetsbaarheid, existentiële angst – maar ook strijdbaaarheid, koppigheid, moed om de pijn binnen te gaan, en een steeds opnieuw zoeken naar een wankel evenmicht om ruimte te maken voor een leven met kwaliteit. Dat is nogal wat – en om voor mezelf de afstand te creëren nodig om te kunnen schilderen, heb ik me uitgeleefd n ronische titels.
Els Fleer begint bij het allereerste Begin, voordat er zelfs maar pijn of ironie te vinden was: ze schildert elementen als vuur en ijs, water en lava. Daar moetje lef voor hebben: ze is dan ook de jongste van ons vijven. Els heeft een tijd op IJsland mogen werken, en zij is voor dat land geschapen, of beter nog: IJsland is voor haar geschapen, en zij keek daar naar en schept op haar beurt haar monumentale werk om ons daar deelgenoot van te maken.
Als we weer op adem zijn vraagt Marlies Rekers ons om na te denken. Haar werk mengt voor mij onderzoek en emotie, waar ze kleuren en lijnen met elkaar confronteert en dan, in een proces van toenemende concentratie, tot een wonderbaar en onverwacht evenwicht komt. Naarmate je er langer naar kijkt, wordt Marlies’ werk steeds spannender en dieper, en ik heb ooit geleerd dat wat door herhaling steeds weer nieuw wordt, kwaliteit bezit.
Ik kom tot slot nog even terug op Willem, die, toen bleek dat wij absoluut niet in staat waren hier buiten de stok van de galerie-vlag in de houder te krijgen, aanbood dat alle weekends voor ons te doen. Waaruit blijkt dat wij, hoe onafhankelijk ook, niet alles kunnen – maar wat we wel kunnen hangt en staat hier voor jullie open, dus mors niet met het eten en drinken en ga maar gauw kijken.