Judith Lansink

Na haar studie aan de Gerrit Rietveldakademie waar ze zich specialiseert in scenografie ontwerpt Judith Lansink tussen 1977 en 1997 voor diverse theater, dans- en operagezelschappen talrijke theaterbeelden. Jaren waarin haar creativiteit in dienst staat van regisseur en voorstelling.
Haar verlangen om fulltime te gaan schilderen en zelf de regisseur van haar eigen doeken te worden kan ze pas realiseren na haar theatercarriére in 1997.

Het theater blijft haar inspireren in de beelden die ze schildert. Deze is niet alleen zichtbaar in de verhalende elementen die veel van haar composities bevatten, maar vooral ook in de specifieke belichtingen, die met lange en diepe schaduwen menige scene dramatisch uitlichten.

Het zijn aanvankelijk scenes in fictieve ruimtes die verbeeld worden. Ze roepen bij de beschouwer verschillende associaties op. Deze wordt verleid er zijn eigen verhaal in te projecteren.

De composities zijn zorgvuldig geregisseerd. Over lichtval, schikking en formaat van de beeldelementen is gewikt en gewogen. Haar intuïtie speelt een beslissende rol bij het vinden van evenwicht tussen gevoel en ratio. Een balans die haar in staat stelt de uitdrukkingsvorm te creëren, waarbij de schoonheid van het beeld nergens ten koste gaat van de zeggingskracht.
De doeken ontwikkelen zich naar steeds betekenisvoller maar ook naar nog meer eenvoud.

Sommige werken benaderen een theaterbeeld. Dan ontbreken de personages en is er sprake van een verlaten vloer. Op het schilderij Dialoog zijn slechts twee gestoffeerde stoelen zichtbaar, op gespreksafstand van elkaar. Onderscheidend ten opzichte van een theaterbeeld is echter de directheid van een schilderij. In één oogopslag zie je het verstilde, ruimtelijke geheel, zonder afleiding van geluid en volgspots. De kijker wordt direct bij het verhaal betrokken.

Deze serene, theatrale beeldtaal wordt gaandeweg soberder en abstracter. Haar aandacht verplaatst zich meer en meer naar het landschap. De interesse in ruimtelijkheid en lichtval verplaatst zich naar de buitenlucht.

Deze landschappen zijn aanvankelijk nog steeds theatraal en neigen in schilderijen als “Oktober” naar het dramatische. Wie langer kijkt ontwaart echter een rijk kleurenpalet van abstracte schakeringen. Binnen het motief van de wolkenlucht ontdekt ze de kracht van abstractie.

In “Blauwen” en “Diffuus” lijkt ze zich momenteel nog nauwelijks te bekommeren om het figuratieve aspect. Het horizontale motief verleidt weliswaar tot het kijken naar een landschap, maar nergens wordt de ruimte geduid of begrenst. De dieptes en vertes zijn er peilloos, de vlakken en kleurschakeringen eindeloos, hier ontwikkelt zich een abstracte en diep gelaagde ruimte…

Willy (Felice) Smits

Wist al jong dat ze maar een ding wilde en dat was schilderen. Op de avondopleiding aan de Vrije Akademie in Den Haag was ze de jongste student en zij volgde o.a. de inspirerende lessen bij de schilder Nol Kroes. Op haar 20e jaar werd ze aangenomen op de Rietveld Academie en verhuisde naar Amsterdam. Na haar afstuderen ontwikkelde zij een gevarieerde en veelzijdige loopbaan. Van styling voor modetijdschriften tot het ontwerpen van kostuums voor theater en dansgezelschappen, van videografe tot art direction voor commercials en films, van fotografie tot museale tentoonstellingsontwerpen. En als cultureel directeur leidde ze Theatergroep Hollandia en het theatergezelschap Stella Den Haag.
Ze ontplooide zich in de volle breedte als kunstenaar en als cultureel ondernemer.

In het jaar 2000 neemt ze het schilderen weer op, een passie die begon toen ze zeventien was en die ze nu fulltime beoefent onder de artist naam: Felice.

Haar reizen naar andere culturen vormen een bron van inspiratie en haar liefde voor poëzie vertaalt zich tevens in haar beelden. Daarnaast trekt ze zich geregeld terug in een Artist in Residence voor verdieping van haar werk op afgelegen plekken te midden van de natuur.

Deze inspiratiebronnen zijn terug te vinden in haar werk. Tijdens haar verblijf in Saksala verwerkte ze het typische Finse licht en de uitgestrektheid van het Finse landschap. In Babayan in Cappadocië (Turkije) werd ze beïnvloed door het Orientaalse landschap en de Turkse cultuur. In het Centre d’ Art I Natura, hoog gelegen in de Spaanse Pyreneën was ze zeer onder de indruk van de kloosters met oude fresco’s en de geschiedenis van de burgeroorlog. Daar ontwikkelde ze een nieuwe graveertechniek op basis van olieverf en bladgoud.

Het werk dat getoond wordt in de MLB-galerie is vervaardigd met deze arbeidsintensieve techniek. Na een aantal bewerkingen van de olieverf op het bladgoud, bladkoper en bladzilver worden de diepere lagen van het oplichtende materiaal zichtbaar. De abstracte beelden spiegelen zich op en onder het lijnenspel.

In de rijke gelaagdheid van haar werk neemt ze de toeschouwer mee in de verbeelding van de schilder en in de poëzie.

De serie schilderijen ‘Ellips’ zijn vernoemd naar het gelijknamige gedicht van de Belgische dichter Roland Jooris:
 
Geharkte onhoorbaarde aarde.
Gelijnde aandacht. Niet te
dichten oppervlak. Onweer
dat gespannen nog weerkaatst
als een vlek die blekt tegen
de verte, als een zink dat
weerlicht tegen een lucht
van lood gewassen licht.