Red Women op een grijze dag
tekst: Ferry Wieringa
Het is een asgrijze dag als ik naar de MLB-galerie fiets om RED WOMAN te bekijken de solotentoonstelling van Paula dos Santos. Ik ken veel doeken al. Paula is een vriendin. Als ik bij Paula thuis ben dan staan er altijd wel een of twee doeken in de kamer. De doeken, te groot om via het trapportaal naar boven te worden gebracht, staan naast de tv of eettafel. Twee weken geleden vroeg ze me dit praatje te houden. Ik kreeg volledige vrijheid. ‘Wat jij wil is goed. Ik vertrouw jou.’
Regen komt nog steeds met bakken uit de hemel als ik mijn fiets vastzet. Onderweg fietste een man op een e-bike haast door me heen alsof ik niet bestond. Ik wou dat ik binnen was gebleven, met een boek, alleen. Maar als ik oversteek en de galerie zie liggen maakt mijn hart een eerste sprongetje. In de donkere plint van het huizenblok licht de galerie als een rood warm vuurtje op. Wat geweldig dat Paula dit naast een voltijdbaan en een studie heeft geflikt: een solo. Staande op een huishoudtrap is een vrouw bezig de woorden RED WOMAN op een groot raam te schilderen. Binnen zie ik al een paar bekende schilderijen hangen. Soppend in mijn laarzen steek ik de straat over.
Binnen is het warm, droog, er klinkt muziek. ‘Jij bent vast Ferry,’ word ik verwelkomd door galeriehoudster Marie Louise. ‘Trek je natte kleding uit. Wil je thee of koffie?’ Ze verdwijnt naar achter en ik ben alleen met de vrouwen. Ik loop rond en zie de werken die ik vaak los zag nu samen. Krachten zijn gebundeld. Een vrouwenbeweging maar eentje waarbij ik me als man niet buitengesloten voel.
Er komen twee bezoeksters binnen. Al snel valt haar oog op de rode pumps op een vachtje. Het blijken haar pumps te zijn. Ze vertelt: ‘Ik kocht ze in de jaren 70. Dat was toen in. Het waren mijn feestschoenen. Ik stopte ze in mijn tas als ik naar een feest ging en daar trok ik ze aan. En dan hele avonden dansen.’
Marie Louise had een oproep geplaatst voor rode pumps. ‘Paula werd helemaal enthousiast toen ik een foto van deze schoenen stuurde. “Whoohoooo. Heeel mooi, prachtig. Die wiel ik.” Ze vond ze sexy maar niet vals of over bewust.’ Dat kan rood óók zijn. Overweldigend, intimiderend. Ik verander in een klein kind dat geen woord kan uitbrengen als er een vrouw met roodgelakte nagels aan vingers en voeten, gestifte lippen, jurk en decolleté op me afstapt. Ik ervaar alleen nog maar de lichamelijke jachtpartij, intimidatie. Dát is niet het rood dat ik met RED WOMAN associeer. Dát is niet Paula’s rood. Haar rood gaat wel over kracht maar niet om te domineren. De werken die ik bekijk gaan over eigenwaarde, je identiteit uitdragen, jezelf laten zien zoals je bent, niet zoals de wereld het jou opdringt.
Neem de naakte vrouw die geïsoleerd zit van de andere slankere en geklede personages. De naaktheid roept geen lust op maar belangstelling en bewondering. Iemand toont zich toegankelijk, kwetsbaar. Als enige heeft zij een gezicht. In de verschillende werken ontwikkelt de vrouw zich tot een figuur die de groep overstijgt, achter zich laat. Vrouwen komen in nieuwe werken steeds vaker alleen te staan zoals in het werk met de gouden stralen zonlicht. Ze vinden hun individualiteit terug. Ook neemt het rood bezit van het hele canvas (THE RED LANDSCAPE). In de installatie THE SCREAM neemt het met de kleur goud zelfs bezit van de hele ruimte. Het verhaal móet de wereld in, komt los van het doek. In de gesprekken die ik met Paula over haar werk heb, staat ze open voor kritiek op de uitvoering van haar werken maar is ze onwrikbaar in haar visie op de wereld. Mensen sluiten zich naar haar idee op in hun eigen wereld. We moeten meer openstaan voor elkaar.
Na anderhalf uur vertrek ik. Het regent nog steeds hard. In de Kinkerstraat ben ik alweer zeiknat. Als een afdruiprek kom ik thuis aan. Toch voel ik de kou en regen niet meer zoals op de heenweg. Het bezoek aan RED WOMAN heeft me van kracht en energie voorzien die de grijsheid overwint. RED WOMAN heeft het vuurtje in me opgelaaid en als dat in mij brandt dan is geen najaar depressie in staat mij eronder te krijgen.
Deze tekst is de speech van Ferry Wieringa bij de Opening van de expositie Red Woman van Paula dos Santos, zondag 3 oktober in MLB Galerie